In 2025 is het exact 125 jaar geleden dat Freuds “Die Traumdeutung” voor het eerst werd gepubliceerd. Het ideale moment dus om dit werk nog eens in de bloemetjes te zetten met een studiedag.

Freud heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij de droomduiding als zijn belangrijkste ontdekking zag. Wanneer hij het had over het belang ervan voor de psychoanalyse dan schuwde hij de grote woorden niet. Zo noemde hij de droom en haar duiding ondermeer ‘de via regia naar het onbewuste’, ‘de hoeksteen van het analytische werk’ en het ‘kenmerkendste en meest specifieke onderdeel van de psychoanalyse’. Tegelijk betreurde hij echter ook al vrij snel dat sommige analytici in de praktijk ‘baldadig’ met de droomduiding omgingen, en dat het merendeel onder hen zich op den duur gedroeg alsof ze niets nieuws meer over de droomduiding hadden te zeggen.

Op de studiedag zal op deze beide zaken uitvoerig worden ingegaan. Enerzijds zal worden stil gestaan bij de vraag waarom de droomduiding als werk, als theorie en als praktijk voor Freud zo belangrijk was. Anderzijds zullen verschillende sprekers verduidelijken hoe zij de droomduiding vandaag in de praktijk brengen en dit ook binnen contexten of met problematieken die bij Freud iets minder aan bod kwamen. Naast de vanzelfsprekendheid om met dromen aan de slag te gaan binnen de privépraktijk in het geval van de neurose zal het in het bijzonder ook gaan over het werken met dromen binnen een institutionele context en in het geval van trauma of psychose. Dat belooft een bijzonder boeiende studiedag te worden!

D.B